Raadsvoorstel
Raadsvoorstel
Griffiersnummer: | |
Onderwerp: | Programmabegroting 2020 |
Datum B&W-vergadering | 1 oktober 2019 |
Datum raadsvergadering | 7 november 2019 |
Datum techn. toelichting: | 3 oktober 2019 |
Portefeuillehouder: | S.G.P. Fleuren |
Ambtenaar: | R.M.A. Jilisen |
E-mailadres: | r.jilisen@bergendal.nl |
Zaaknummer: | Z-19-74518 |
Documentnummer: | VB/Raad/19/00901 |
Aan de gemeenteraad,
Voorstel
- De programmabegroting 2020 vast te stellen inclusief:
- De meerjarenraming 2021-2023
- Het meerjareninvesteringsplan 2020-2023
- Het kader voor de subsidies
- Het resterende saldo 2020 van € 2.000 toe te voegen aan de algemene reserve.
Inleiding
Wij bieden u de Programmabegroting 2020 in digitale vorm aan. Deze begroting is beschikbaar via http://progammavan.bergendal.nl/.
De begroting 2020 is gebaseerd op de uitgangspunten die zijn vastgesteld in de Kadernota 2020. Het is ook dit keer weer gelukt om de begroting (structureel) sluitend te krijgen. We hebben hiervoor keuzes moeten maken. Daarbij hebben we de stijging van de lokale lasten voor onze inwoners kunnen beperken, ondanks de sterk toenemende kosten voor de zorg, ons afval en onze voorzieningen. In de jaren na 2020 hebben we nog ruimte in de begroting. Deze ruimte is nodig om de onzekerheden op te kunnen vangen.
Uitdagingen voor de komende jaren zijn onder meer de invoering van de nieuwe Omgevingswet, de energietransitie, de toenemende behoefte aan zorg, het behouden van onze voorzieningen voor beweging en ontmoeting, het bestrijden van wateroverlast en het faciliteren van fietsverkeer.
Verder is in deze begroting rekening gehouden met de septembercirculaire 2019. Deze is op 17 september 2019, na Prinsjesdag, beschikbaar gekomen.
De meerjarenbegroting is na vaststelling van de begroting als volgt:
Beoogd effect
Op grond van de Gemeentewet moeten wij de programmabegroting vóór 15 november van het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar aan Gedeputeerde Staten aanbieden. We hebben de doelen en resultaten opnieuw geformuleerd. De basis van de nieuwe doelen en resultaten ligt in het coalitieprogramma “Duurzaam verder bouwen”.
Argumenten
1.1.a De gemeente is financieel gezond
Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad om de begroting vast te stellen. De raad heeft in de Financiële verordening vastgelegd dat we een structureel sluitende begroting moeten aanbieden.
1.1.b Het college stelt een aantal ombuigingen voor.
Het college heeft de afgelopen periode een aantal ombuigingen uitgewerkt. Deze ombuigingen leggen we aan u voor en zijn verwerkt in het saldo. Zie onderstaand overzicht (tabel 1).
1.1.c Het college heeft een lijst met mogelijke ombuigingen voor de gemeenteraad opgesteld
In onderstaande tabel (tabel 2) zijn een aantal posten opgenomen die het college aan de raad laat (bijvoorbeeld notuleren) en andere posten waarvoor het college niet kiest. De raad kan hier alsnog wel voor kiezen of deze posten als dekking zien voor andere keuzes.
Iedere ombuiging die de raad extra doet, betekent een voordeel voor het begrotingssaldo.
1.1.d Het college heeft een lijst opgesteld met mogelijke wensen voor de raad.
Het college heeft een overzicht gemaakt met mogelijke wensen voor de raad (zie tabel 3 hieronder). Dit overzicht is gemaakt naar aanleiding van recente discussies en vragen, maar niet uitputtend. Iedere wens die de raad extra doet, betekent een nadeel voor het begrotingssaldo.
Nr. | Omschrijving | Bedrag | I/S |
1. | Ontvangstruimte begraafplaats Heselenberg | € 4.000 | S |
2. | Herstel Spoorbeek West | € 50.000 | I |
3. | Herstel voetpaden | € 2.360.000 | I/ |
4. | Aanpak wateroverlast | p.m. | |
5. | Sportzaal in de Polder | p.m. |
1.2 Apart voorstel voor investeringen is mogelijk
In deze begroting zijn investeringen voor het jaar 2020 en verder opgenomen. Als uw raad van bepaalde nieuwe investeringen een apart voorstel voor goedkeuring van het investeringskrediet wil ontvangen, dan moet u dat bij de begrotingsbehandeling aangeven. Wij verwijzen hierbij naar de door uw raad vastgestelde Financiële verordening Berg en Dal 2017, artikel 5. Daar staan de afspraken met betrekking tot de investeringen in het meerjareninvesteringsplan bij de begroting.
1.3 Kader subsidies (plafonds)
Met het vaststellen van het kader voor de gemeentelijke subsidies voorkomen wij open-einde regelingen. De ramingen hebben we gebaseerd op onze deelverordeningen en op de betreffende begrotingsposten 2020. Ten opzichte van de begroting 2019 zijn de subsidies verhoogd met een index van 1,4%.
Kanttekening
a. Stelpost onderuitputting
We hebben net zoals in de vorige jaren een stelpost van € 500.000 voor onderuitputting opgenomen. Aanleiding hiervoor is het feit dat wij bij het opstellen van de jaarstukken (achteraf) ieder jaar weer een overschot hebben. Dit overschot heeft vaak incidentele oorzaken, die vooraf niet aan te wijzen zijn. Door deze stelpost op te nemen in de begroting houden vooraf rekening met deze onderuitputting.
Bij de Kadernota 2020 hadden we het voornemen om € 1.000.000 op te nemen voor deze stelpost. Dit achten we na vaststelling van de Voorjaarsnota 2019 en de jaarrekening 2018 niet realistisch.
b. Bijdrage reserve rekeningresultaten
Onze begroting is structureel sluitend. Dit betekent dat we de structurele lasten kunnen opvangen met de structurele baten. Onder deze structurele baten hebben we ook de jaarlijkse bijdrage uit de reserve rekeningresultaten van € 468.000 opgenomen.
c. Nieuwe wensen
U kunt tijdens de begrotingsbehandeling met voorstellen, moties of amendementen, de begroting wijzigen. Voor de amendementen geldt dat als daarmee extra kosten zijn gemoeid u ook dekking aan moet geven. Hiervoor kunt u gebruik maken van tabel 2 (suggesties ombuigingen voor gemeenteraad). Het uitgangspunt is namelijk een sluitende begroting. Dit is onlangs ook zo afgesproken met de werkgroep begroting. Uiteraard bent u vrij om andere dekkingsmogelijkheden aan te geven.
d. Gemeenschappelijke regelingen
Wij geven onze Gemeenschappelijke regelingen een opdracht om met ons mee ‘trap op – trap af’ te gaan. Onze jaarlijkse bijdragen aan de Gemeenschappelijke regelingen is ongeveer € 10 miljoen euro. Wij stellen voor om een korting op te leggen aan onze Gemeenschappelijke regelingen. Wij gaan bekijken hoe iedere Gemeenschappelijke regeling kan bijdragen aan een totale besparing van 1% per jaar vanaf 2021. Dit levert ons een besparing op van € 100.000 per jaar.
e. Uitzettingen in de tarieven en aanvragen Wmo
We moeten de hulpmiddelen, zoals scootmobielen en rolstoelen, opnieuw aanbesteden. Dit zorgt voor een forse tariefstijging van € 44 naar € 65. We zien ook een stijging in de aanvragen van de Wmo, zowel de vergrijzing als de invoering van het abonnementstarief (2019) zijn hiervan de oorzaak.
We hadden een stelpost opgenomen voor de verwachte meerkosten door de invoering van het abonnementstarief. Deze stelpost hebben we afgeraamd omdat we de meerkosten hebben toegerekend aan de verschillende budgetten.
f. Taakstelling op afval ten laste van (meerjaren)begroting
Onze uitgangspunten voor de afvalstoffenheffing zijn:
- De vervuiler betaalt.
- De afvalstoffenheffing is 100% kostendekkend.
- De lasten voor de inwoners houden we zo laag mogelijk.
De kosten voor het ophalen en verwerken van ons afval zijn duurder dan de opbrengsten die we verwachten. We moeten hiervoor wel maatregelen nemen. Er zijn diverse knoppen om aan te draaien. Een keuze kan zijn dat we ons serviceniveau verlagen. Een andere keuze die u kunt maken is dat we de kosten voor het afvoeren van afval verhogen. Uiteraard is de keuze aan de raad. In de begroting 2020 hebben we de afvalstoffenheffing niet kostendekkend verwerkt, omdat dit tot een extreme lastenverhoging zou leiden. Een gezin zou, bij volledige kostendekkendheid, € 48,- meer aan afvalstoffenheffing gaan betalen dan in 2019. We stellen voor om (structureel) een bedrag van € 450.000 van onze begrotingsruimte in te zetten. De kostendekkendheid komt daarmee uit op 87%. De stijging van de afvalstoffenheffing voor een gezin beperken we tot € 16,-. We gaan in 2020 verder met u in gesprek over de oplossingsrichtingen om de afvalkosten te verlagen.
g. Mei- en Septembercirculaire 2019
De meicirculaire 2019 was te laat om in de Kadernota 2020 te verwerken. In de begroting 2020 zijn nu zowel de mei- als de septembercirculaire 2019 verwerkt. Het netto-effect van de mei- en septembercirculaire op de meerjarenbegroting staan in onderstaande tabel.
De laatste jaren is gebleken dat de algemene uitkering uiteindelijk lager is geweest dan aanvankelijk geraamd. Dit komt doordat het Rijk de ‘trap op - trap af’ methode hanteert. Het Rijk heeft de afgelopen jaren minder uitgegeven dan zij verwachtten en daarom ontvangen wij ook minder algemene uitkering.
h. Extra verhoging OZB met 1%
Naast de inflatiecorrectie van 1,4% is de ozb met 1,0% extra verhoogd. Deze extra verhoging komt uit de Begroting 2017 en is toen opgenomen om de meerkosten van de sportvelden te dekken in het kader van de harmonisatie van het accommodatiebeleid.
i. Weerstandsratio
Bij de beoordeling van de risico’s weten we in sommige gevallen niet hoe hoog het financiële risico en de kans daarop zijn. Maar we weten wel dat we een risico lopen. Dit hebben we aangegeven met “p.m.”. Deze risico’s tellen niet mee in de risicoscores. De werkelijke ratio kan daardoor lager zijn. Onze weerstandsratio is 9,58. Een ratio van 2 of meer is “uitstekend”.
Meer informatie hierover vindt u in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
j. Verloop algemene reserve
Hieronder staat het overzicht van het verloop van de algemene reserves.
Om u een goed beeld te geven zijn de verwachte begrotingsoverschotten (begroting 2020: +2; 2021: +668; 2022: +120 en 2023: +440) toegevoegd aan het saldo van de algemene reserve vrij besteedbaar.
NB. Onze onderhoudsplannen zijn we aan het bekijken. Over het effect hiervan voor de onderhoudsvoorzieningen informeren wij uw raad.
Financiële onderbouwing
Zoals hiervoor al is aangegeven is de begroting structureel sluitend: structurele lasten vangen we op met structurele baten. Voor een vergelijking met de begroting 2019 verwijzen we u naar de financiële toelichting per programma in de begroting.
Duurzaamheid
Een belangrijk onderdeel van deze begroting is duurzaamheid. Dit onderwerp is dan ook in diverse onderdelen opgenomen.
Communicatie
Na vaststelling van de Programmabegroting 2020 bieden wij deze aan de Provincie aan (dit moet voor 15 november). De kaders voor de subsidies maken we na vaststelling bekend in de Rozet en op onze website.
De Programmabegroting 2020 is digitaal (=standaard) beschikbaar via http://progammavan.bergendal.nl/. Op verzoek van het presidium verstrekken we de Programmabegroting 2020, bij wijze van uitzondering, éénmalig op papier aan de raadsleden.
Let op, de papieren versie heeft dubbellingen in de tekst. Dit komt omdat de begroting digitaal is opgezet.
Aanpak/uitvoering
Over de voortgang van de Programmabegroting 2020 rapporteren wij u via de voorjaars- en najaarsnota. In de jaarstukken 2020 leggen wij vervolgens verantwoording af. Dit doen wij zowel inhoudelijk als financieel.
Burgemeester en wethouders van gemeente Berg en Dal
De secretaris, | De burgemeester, |
E.W.J. van der Velde | mr. M. Slinkman |
Bijlagen digitaal ter inzage
Bijlage ter inzage griffier
Raadsbesluit
De raad van de gemeente Berg en Dal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2019.
Overwegende dat in de vergadering amendementen zijn aangenomen over het sinterklaasfeest, een zorg- en welzijnwijzer en de toeristenbelasting.
b e s l u i t :
- De begroting 2020 voor een bedrag van € 134.279 te wijzigen:
- voor 50% lagere verhoging van de toeristenbelasting € 132.500;
- voor het verspreiden van een Zorg- en Welzijnwijzer € 1.719;
- voor een gelijke bijdrage in het Sinterklaasfeest voor iedere kern € 600.
- De bovenstaande bedragen te dekken door:
- in 2020 een bedrag van € 132.500 te onttrekken aan de algemene reserve (vrij aanwendbaar)
- het begrotingssaldo 2020 dat in de primaire begroting nog resteerde van € 1.719.
- dit in 2020 te bekostigen uit de post incidentele subsidies.
- De financiële gevolgen te verwerken in de 1 e begrotingswijziging 2020;
- De programmabegroting 2020 vast te stellen inclusief:
4.1 De meerjarenraming 2021-2023;
4.2 Het Meerjareninvesteringsplan 2020-2023;
4.3 Het kader voor de subsidies.
- Het resterende saldo 2020 vast te stellen op € 0.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Berg en Dal
op 7 november 2019,
De raadsgriffier, De voorzitter,
E. Jonkman | mr. M. Slinkman |