Financiering

Rente

Rente

Koersrisico
Het koersrisico is het risico dat de waarde van aandelen of obligaties daalt door koersontwikkelingen. Wij lopen weinig koersrisico, omdat onze gelden zijn uitgezet op vastrentende waarden die niet gevoelig zijn voor koersontwikkelingen.

Renterisico
Er zijn twee normen die aangeven hoe groot het renterisico is.
1. Kasgeldlimiet
Dit is een norm die aangeeft hoeveel geld we mogen lenen voor een periode korter dan een jaar. De kasgeldlimiet voor het jaar 2020 bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal van de gemeente. Volgens deze norm mogen we voor 2019 € 7,7 miljoen lenen.
We verwachten de kasgeldlimiet niet te overschrijden.
2. Renterisiconorm
Deze norm geeft aan dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen van huidige en nieuwe leningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.
Als de aflossingen en de renteherzieningen onder de € 18,2 miljoen
blijven is het goed. Wij verwachten lasten voor renteherziening en aflossing van € 3,2 miljoen.
Doordat we uitsluitend leningen zijn aangegaan met een vast rentepercentage gedurende de gehele looptijd, is er geen sprake van renteherziening op vaste schuld.

Rentebeleid
Zowel de korte als de lange rente is momenteel historisch laag. De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Aan renteverhogingen wil de ECB nog niet denken. De ECB heeft in augustus 2019 bepaald dat tot medio 2020 de rente op het huidige zeer lage niveau blijft. De verwachting is dat na die datum de rente in 2020 zeer laag blijft.
In de begroting 2020 hebben wij gerekend met een rente percentage van 1,50% voor de reserves en vaste activa. Voor de grondexploitatie zijn we uitgegaan van een rentepercentage van 0,86%.

In 2016 heeft de Commissie BBV een notitie rente 2017 geschreven met nieuwe bepalingen en richtlijnen. In de notitie wordt ingegaan op de verwerking van de rentelasten en –baten in de begroting en jaarstukken. Doelstelling van deze notitie is het bevorderen van een eenduidige handelswijze over rente door gemeenten.  
De commissie BBV adviseert het renteschema uit deze notitie op te nemen.
Dit schema geeft inzicht in de rentelasten van externe financiering en het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening.

Schema rentetoerekening zonder bespaarde rente

Externe rente korte en lange financiering

792.789

Externe rentebaten

-216.804

575.985

Af : rente grondexploitatie

-5.239

Af: rente projectfinanciering

0

Saldo door te rekenen externe rente

570.746

Rente eigen vermogen

770.757

Rente voorzieningen contante waarde

115.907

Toe te rekenen rente taakvelden

1.457.410

Werkelijk aan taakvelden toegerekend

1,50%

1.470.211

Renteresultaat

12.801